In de nieuwsbrief van november 2020 aan cursisten en relaties ben ik ingegaan op de betekenis en kracht van het gebed, de meditatie.

Gebed is, althans wat mij betreft, geen kwestie van een hogere voorzienigheid verzoeken om zaken te regelen. Voor mij was al vroeg duidelijk dat ’God’ geen persoon is en in feite niets doet. En ook: niet-iets ‘is’. God handelt niet. Het is geen kwestie van God is ‘tegen’ of God is ‘voor’. Je zou kunnen zeggen: God, of dat waar het voor staat, stelt zichzelf enkel ter beschikking – in de zin van scheppingskracht die zich manifesteert als onze totale bestaan – in onze vermogens zoals de wil, het geheugen, het denken, de zintuigen, ons lichaam, ons bewustzijn.

Die kracht hebben we in duizenden van jaren gepersonaliseerd, er is een naam aan gegeven, een geslacht en soms een beeld van een persoon met een baard boven de wolken of een stem in de Bijbelse teksten. We praten ermee, prijzen of vervloeken ‘Hem’. Generaties groeiden en groeien ermee op en de scheppingskracht is daarin uit het dagelijkse leven verdwenen en heeft een plaats in het hiernamaals gekregen. In de perceptie van velen leven we een weerbarstig bestaan waarin geen God of iets soortgelijks is te bekennen.

Zoals Carl Gustav Jung het zei – we zijn de verbinding met onze eigen natuur kwijt. In de zin van verloren, vergeten. Als sleutels tot een poort naar een ongedeeld natuurlijk landschap waartoe we als peuter nog wel toegang hadden maar dat we gaandeweg achter ons lieten – de poort is dicht en de sleutels liggen ergens, verborgen.

Velen ervaren niet langer de kracht van die natuur in alle dingen die we doen en denken noch de onmetelijkheid van de geest waarvan ons bewustzijn een wonderbaarlijke functie is. Onze zintuigen zijn werkzaam dankzij die kracht. Daarom ook: Het oog waarmee God mij ziet, is het oog waarmee ik God zie. Daarom ook: Gij zijt mij nader dan ik mijzelf. En daarom ook: Wij geloven niet genoeg. Wij geloven niet dat we, zoals mijn leraar het noemt, ‘paradoxale dubbelwezens’ zijn, bodhisattva’s – sterfelijke wezens geschapen in en uit Licht.  Ja, we zijn Boeddha’s. In de wereld doen we er alles aan om mensen tot ontwikkeling en groei te laten komen, zichzelf te vertrouwen en te overtreffen in kennis, carrière enz. Maar de meest voor de hand liggende bewustwording, leren ervaren en zien wat we werkelijk van nature zijn, laten we buiten beschouwing, op grond van misvattingen, waarvan misschien de grootste is een diep geworteld ongeloof: Ik? Een bodhisattva, een Boeddha? Nee, niet ik!

Carl Gustav Jung, die voor mij een brug naar Zen en initiatie vormde, omschreef het na decennia van diepe introspectie uiteindelijk zo: ‘Ik geloof niet meer, ik weet’. Niet in de zin van een intellectueel weten als zij het een bezit, maar een innerlijk en universeel (niet)weten. De natuurlijke aard der dingen waarvan wij (en alle dingen) de levende expressie zijn was hem helder geworden. Het bewustzijn was gelouterd, de verduistering van misvattingen was opgetrokken en de klare, heldere werkelijkheid ontvouwde zich voor hem.

Deze klare, heldere onvatbare werkelijkheid kent geen religie, kleur, partij, geweld, emoties, gevoelens maar toont zich tegelijkertijd in al dat – het totale palet van onze, van ieders beleving. Daarin ligt de valkuil. We vereenzelvigen en verwarren dat wat we God noemen met onze eigen beleving. Oordelen over onszelf en anderen bijvoorbeeld. Dat brengt de dwaling en misvatting voort dat God er wel net zo over moet denken. Met alle gevolgen van dien voor de soms vreselijke gebeurtenissen die we in de wereld, nabij en verder weg, zien.

God ‘zien’ is de ongedeelde scheppingskracht de kans geven zich voor ons, beter nog, in ons te ontvouwen. Gebed of de meditatie is daartoe een mogelijkheid, een weg, de beoefening waarin we alles ‘laten’, het drukke en volle bewustzijn niet langer ‘voeden’ waardoor het kan kalmeren, waarin we geduld en discipline oefenen, waarin we het bewustzijn ontledigen, bewogen worden voorbij het denken in tegenstellingen te gaan, waarin wat verstrooid weer tot natuurlijke eenheid kan komen, waarin we stil vallen in de universele stilte van zoheid, waarin het Onnoembare ons beweegt zichzelf toe laten en ons helpt tot overgave te komen, waarin we samenvallen en oplossen in dit ene en dit ene ogenblik en ervaren dat we nooit van dat ene gescheiden waren (en daarmee nooit van anderen), dat alles hier en nu volledig aanwezig is, in ons, door ons en met ons.

Gebed, de meditatie vormt een geschenk aan de mensheid. Het is de houding van eenheid waarin alles een unieke plaats kan hebben. Het is je laten vervullen van alle leven en je vanuit de eenheid van geest laten leiden – in woord, gedachte en handelen. Spirituele scholing begint derhalve wellicht op een kussen of bankje maar het dient uiteindelijk uit te vloeien naar alle aspecten in het dagelijks leven, het leidt tot een meditatief leven, een leven waarin alles wat we doen in feite een gebed is, omdat alles wat we doen is ingebed in het universele moment, en voortkomt uit dat moment. Niets maar dan ook niets is daarvan uitgesloten. En het is dé enorme uitdaging aan ons daaraan gehoor te geven en hetzelfde te doen.

Gassho, Ben Sensei

Foto (eigen): Meditatieruimte in Stiltecentrum Abdijhoeve, Abdij St. Willbrord, sept 2020

We spreken van – wat we noemen – leegte, of als we andere begrippen gebruiken: Boeddhanatuur, God, hart, geest, het Onnoembare, Zoheid, niet-iets.
Het is het absolute nulpunt – de essentie van onze levenservaring waar leven en dood thuis zijn.

En die Zoheid brengt alle verschijnselen (dharma’s) voort. Ook bewustzijn met denken, voelen en emoties, is dharma. Wij mensen ervaren daardoor een wereld waarin van alles gebeurt, waarin we van alles zien, ruiken, horen, voelen. Ons bewustzijn speelt ons parten – die legt op alles wat het ervaart een naam. We leven in en met concepten. Daar is op zich niets mis mee. Maar er is meer dan dat.

Bewustzijn is een functie van Zoheid of Boeddhanatuur. Zodra we het bewustzijn kalmeren en laten rusten (Dogen noemt dat lichaam en geest laten vallen) en we even geen neiging of behoefte meer hebben iets te benoemen kan het zijn dat er ruimte ontstaat waarin alles zich heel natuurlijk kan ontvouwen – dat heet ontwaken. We zien niet iets nieuws – maar we ervaren ”wat is” – namelijk de wereld, ja het universum, ‘’uit 1 stuk’’, onverdeeld, totaal, oneindig, grondeloos, ongeboren en oorspronkelijk.

Het maakt dus in zekere zin niets uit wat we denken of doen – de essentie verandert niet. Maar het maakt wel wat uit als we besluiten de heelheid te dienen. We leven in de wereld en via zen (of een andere weg of leefwijze die leidt tot een spirituele ervaring) kunnen  we ons verdiepen in de eenheid van het bestaan en van daaruit leren leven in een wereld en samenleving waarin zeer verschillend wordt gedacht. Essentieel is de ervaring dat de wereld, het universum niet buiten mij is maar door mij heen gaat. Het koninkrijk Gods is in u. Dus wat er aan verscheidenheid in de wereld ook gebeurt, het vindt plaats binnen de eenheid in mij.

 

In dit bestek richt ik me op ons bestaan, als een niet-duurzame expressie van een eeuwige essentie. We leven allemaal dit leven en we leven allemaal dit ogenblik. Goed beschouwd manifesteren we dit leven ten volle en zijn we dit ogenblik, de situatie.

Lees hier Zen – de situatie die we zijn

De spirituele weg vraagt volharding, toewijding en een groot verlangen. De weg naar binnen is een lange weg, met perioden die we als ‘dor’ kenmerken, perioden waarin niets zinvol lijkt en alles vruchteloos. Het vertrouwen en het geduld worden veelvuldig op de proef gesteld. We weten niet waarheen de weg ons leidt of wat ons op dit pad beweegt. Maar al naar gelang we vorderen op de weg vergroten we en verdiepen we, met vallen en opstaan, het vertrouwen in en de intimiteit en de afstemming met de weg die ons leven is. Zodra we leren ons werkelijk open te stellen voor de kracht die ons leven schenkt, valt alles ons toe.

Wat ons leven schenkt, is wat ons in al onze stappen beweegt, het is de onzichtbare kracht die zich in alles manifesteert – in alles van vorm en naam. Het is deze kracht die een onlosmakelijke verbondenheid betekent met en tussen alles en die de kracht en het wonder van mededogen en vergeving bewerkstelligt.

Ons afwenden van die weg van eenheid brengt emoties en gedachten van verdeeldheid, ons toewenden, herstelt die eenheid en laat ons delen in de kracht van de liefde. Daarin ligt dus het geheim – in de mate waarop we ons kunnen en durven openstellen, de mate waarin we onszelf kunnen laten ‘vallen’ in de onmetelijke en peilloze diepte van de scheppingskracht waarvan we zelf de expressie zijn. Dat is waarom we het ‘thuiskomen’ en ‘wedergeboorte’ noemen. Het is de her-innering aan wat we zijn, aan waar vandaan we komen en waarheen we gaan. Niet in de tijd gezien, maar hier en nu, in ieder moment.

De scheppingskracht die we Boeddhanatuur of God noemen is ons nader dan wij onszelf en omdat we er niet bij kunnen en we onszelf er alleen aan kunnen overgeven, is en blijft het een mysterie, is en blijven we onszelf een mysterie. Nee, we kunnen onszelf niet kennen, hoezeer we onszelf ook kleden met namen, titels, deugden en voornemens, we weten het niet.

Dit pad en dit mysterie staat niet op afstand van ons leven – het manifesteert zich in iedere stap op de weg, in al ons doen en laten en het is onze opgaaf dit doen en laten op te dragen aan het mysterie waarin we met de medemens en alles wat is één zijn. Daarom gaan we de weg uiteindelijk niet voor onszelf maar staat die ten dienste van de ander en van alles wat is. Telkens weer vermoeien we ons de verdeeldheid te laten en de eenheid te wekken en vandaaruit te handelen, te denken, te luisteren en te spreken. Juist omdat al onze vermogens, ons lopen en ons ademen, enkel in en door en met de scheppingskracht, de Boeddhanatuur, kunnen plaatsvinden, is onze beoefening erop gericht ons voor die natuur open te stellen conform het credo Niet mijn wil maar Uw Wil geschiede. Waarbij wat we ‘Wil’ noemen geen menselijke wil is maar staat voor de totale scheppingskracht die ons beweegt. Zodra we ons open stellen worden we opgenomen en bewogen door die kracht. We leven dankzij, in en door die kracht en derhalve spreekt het voor zich dat het ons beweegt en leidt en dat, wanneer we er werkelijk gehoor aan kunnen geven, we ons ermee willen afstemmen en opgaan in de diepste verbinding met alles, in dat wat we liefde en mededogen noemen.

 

Het retraiteweekend van 11-13 september 2020 in de Abdijhoeve (met in totaal 17 deelnemers) was coronaproof ingericht – afstand houden van elkaar en in de speciaal ingerichte eetzaal en tijdens meditatieperioden in de zendo, geregeld de handen wassen en gebruik maken van de electronische desinfectiehouders.

De retraite in de Abdijhoeve was heel goed georganiseerd. Niet de zenzolder maar een nieuwe conferentieruimte op de begane grond werd ingericht als zendo. Een bijkomend voordeel was het mooie weer wat de gelegenheid gaf om veel buiten te zijn en zelfs een meditatie buiten in het nieuw ingerichte binnenplein van de oude hoeve te houden.Het persoonlijk onderhoud met de deelnemers tijdens de meditatiesessies kon ook in de openlucht worden gehouden. In de eetzaal zaten per tafel twee deelnemers tegenover elkaar. er was een buffet voor thee/koffie en beleg. Brood en warme maaltijden werden uitgeserveerd door de gastheer, Arco. Tafel voor tafel konden de deelnemers hun maaltijd samenstellen en laten serveren.

Waar voor de coronaperiode deelnemers zorgden voor gezamenlijk afruimen en dekken van tafels en voor de afwas werd nu alles door de gastheer zelf gedaan, daarbij geholpen door de apparatuur in de nieuwe spoelkeuken.

Wat opviel was de rust en overzichtelijkheid in de nieuwe ‘orde’. Mogelijk bieden de opgelegde maatregelen aanknopingspunten en handvatten om ook na de coronatijd mee verder te gaan.

Doorheen het spirituele proces werken we met en aan onszelf. Het bewustzijn wordt aangeboord en groeit, grenzen verschuiven. Er ontstaat bewustzijn over het eigen denkvermogen, over het gegeven dat de buitenwereld niet buiten maar in ons werkzaam is, over hoe emoties en gevoelens onze oordelen en meningen over die buitenwereld inkleuren, over onze verantwoordelijkheid voor het handelen in die wereld, over het idee van verleden, heden en toekomst en dat al dat feitelijk hier en nu plaatsvindt. Het is een pad van fasen waarin in feite herinneringen worden gewekt die we vergeten waren.

De intentie is thuiskomen, hier, in dit lichaam, in deze werkelijkheid van deze ene geest. Thuiskomen in een Licht dat eeuwig is en de bron van alle verschijnselen. De vrucht van het spirituele betreft twee grote ervaringen
– we ervaren hoe alles maar dan ook alles in de evolutie heeft geleid tot dit moment. Het maakt diverse lijnen zichtbaar: een familielijn, onze voorouders, die ons een werelds thuis geven.
– en we groeien in een spirituele lijn, in het Zenboeddhisme is dat de lineage van Patriarchen die de Leer overdroegen aan hun opvolgers (in de Zenlijn zijn het er 83, wanneer de zeven voorouders voorafgaande aan de Boeddha niet meetellen).

Die twee lijnen komen samen in jou en in mij. Je kan die lijnen uittekenen in een driehoek, met als punten de familietraditie, de spirituele traditie en jouzelf. Al dit komt samen in jou en werkt uit in de geest waarin je leeft en werkt.

De spirituele traditie manifesteert in feite het Licht zelf. De familielijn omvat de personen in je wereldse leven van wie je afstamt en met wie je opgroeit en verbonden bent en blijft, je genetische kenmerken en patronen en condities. En al dat komt in jou en in mij samen, in ieder van ons op een unieke wijze. Het toont de wonderlijke ervaring van onlosmakelijke verbindingen en de enorme invloed van mensen, omgeving, gebeurtenissen en de voorgeschiedenis op ons functioneren. We worden bewogen door het Licht en door alles wat daarin verschijnt en beweegt, maar het zijn de persoonseigen vermogens  die bepalen hoe we op onze levensweg worden bewogen – hoe we handelen, hoe we ons ontwikkelen, hoe we omgang met de kostbare erfenis die ons met dit bestaan ten deel valt.

Foto: Enver Güçlü – Unsplash

We kunnen Zen van vele kanten belichten maar uiteindelijk dient het een expressie in ons handelen te vinden, in wat we noemen ‘Boeddha’s werk’, in een (on)bepaalde wijze van handelen, van functioneren, zonder dat we nu precies kunnen benoemen wat voor functioneren dat is en hoe het er uit ziet. Want voor ieder mens is dat een unieke wijze en ieder moment is ook weer anders, niet van tevoren te bepalen, er is geen eenduidig gedrag of handleiding voor.

We zeggen: ja, waar zen in is geworteld, is er altijd en overal, het is onze Boeddhanatuur en verlaat ons nimmer. En ja, het toont zich in de weerbarstigheid van ons bestaan, daarin vindt het een expressie. Het is dit samengaan, die onlosmakelijkheid van het absolute en relatieve, het eeuwige en tijdelijke, het veranderlijke en onveranderlijke dat geleefd wil worden. Maar het ‘voorleven’’ daarvan is geen vanzelfsprekendheid, geen automatisme, geen routine, het kan niet zomaar verworven of verkregen worden, het is geen bezit, het is geen kwestie van wilskracht of opzet, je kan het niet vasthouden en zelfs niet onder woorden brengen. Het vergt beoefening – en de paradox daarbij is dat wat we willen ervaren er al lang is, in feite op ons wacht weer in de her-innering te komen en te worden onthuld. De beoefening is de expressie van onze wezensnatuur, zoals ons hele leven dat in feite is. De crux zit ‘m in een totaal laten varen van wat we denken dat het is.

Met dat leven, dit bestaan hebben we namelijk te maken met een mysterie, het is raadselachtig en doordringen tot het wezen van Zen is geen kwestie van ‘ik doe het’. Maar wat is het dan wel? Kort gezegd: een louter zoekend en tastend gebeuren. Als we met zen beginnen, weten we niet waaraan we beginnen en hoe langer we ´ermee´ bezig zijn, des te duidelijker wordt het dat we niet weten, ja, niet kúnnen weten waarover we het hebben. Het is geen kwestie van ´weten, maar van ´niet-weten´. We zijn zélf het mysterie.

Er valt rationeel gezien geen touw aan vast te knopen en dat klopt ook. Maar wat is dan die bepaalde wijze van functioneren? Dat functioneren in ´niet weten´. In het Sanskriet kennen we de uitspraak ‘neti, neti’, wat verwijst naar ‘niet dit, niet dat’. Met andere woorden, alles wat we bedenken is het niet. De specifieke wijze van functioneren is in feite een natuurlijke wijze van functioneren die een kans krijgt wanneer we onszelf, onze eigenzinnigheid en eigengereidheid, kunnen ‘laten’.

Uitgangspunt is eenheid, zo-heid, onze wezensnatuur. Ook de weerbarstigheid en de duale beleving van alledag, hoe pijnlijk of vreugdevol ook, is expressie van eenheid. De zenbeoefening is er goed beschouwd op gericht onze ik-focus te laten varen en te functioneren overeenkomstig die eenheid, overeenkomstig wat gevraagd wordt, dat wil zeggen wat de situatie vraagt. Het is niet zozeer een afstemming (geen ik-gebeuren) als wel een opgaan in de situatie (voor een moment het verlaten van de ik-gedachte) en in de omstandigheden en dóen omwille van het doen, hándelen omwille van het handelen. En daarmee de handeling opdragen aan leven en dood, aan de onlosmakelijke verbondenheid die in de handeling, in elke handeling besloten liggen.

Beste cursist(e), relatie,

In 2021 organiseert Ensō–Zen Circle in Bewustzijnscentrum Bala in Huizen (NH – ’t Gooi) vijf zendagen en wel op:

19-2 / 23-4 / 11-6 / 17-9 / en 12-11 in 2021- alle data zijn een vrijdag.

De dagen zijn van 09.00 – 16.30 uur, ze verlopen in stilzwijgen en zijn gewijd aan zit- en loopmeditatie (zazen), persoonlijk onderhoud (daisan) en een inleiding (teisho).

  • De locatie is:
    Bala bewustzijnscentrum in Huizen
    Trompstraat 1 – 1271 SX Huizen
  • Deelnamekosten: €95,00 pppd – NL87 INGB 0001 8696 81
    (de kosten aub voorafgaand voldoen)
  • Inbegrepen zijn koffie/thee, geen lunch, deze a.u.b. zelf meebrengen.
  • Maximum aantal deelnemers voor de beoogde ruimte in Bala is 13 – uitgaande van de coronaregels nu.
  • Aanmelden voor deze dagen kan via deze website. Vermeld hierbij op welke dag(en) je wilt deelnemen.
  • De route  (kom je met de auto, dan s.v.p. parkeren in de Naarderstraat, niet de Trompstraat)

Op de Zendagen gebruiken we in centrum Bala twee ruimtes: Zaal Creatie – voor meditatie; Kamer Transformatie – voor persoonlijk onderhoud

Dagschema – Zendagen (Zazenkai) 2021

09.00 aankomst – koffie/thee
09.30 aanvang – welkom
10.00 zazen-kinhin-zazen
11.00 pauze
11.30 zazen-kinhin-zazen (mogelijkheid tot daisan)
12.30 lunch
13.15 zazen
13.40 Inleiding
14.30 zazen (mogelijkheid tot daisan)
14.55 pauze
15.15 zazen-kinhin-zazen (mogelijkheid voor daisan)
16.15 afronding van de dag
16.30 gezamenlijk opruimen/schoonmaak ruimtes en afscheid

Zorg voor gemakkelijk zittende kleding – breng je eigen zitmeubilair (kussen of bankje etc.) mee en eventueel een mat voor eronder.

Graag zie ik jullie op een of meerdere van deze Zendagen.

Met hartelijke groet, Ben Sensei

Ter afsluiting van het seizoen 2019-2020 werd deze nieuwsbrief verzonden aan cursisten en relaties van Ensō Zen Circle. Het was een seizoen dat dit voorjaar in het teken stond van de maatregelen rond de coronapandemie. Voor meer zie hier Nieuwsbrief Enso Zen Circle zomer 2020

(Afbeelding: Verenigde Naties – Unsplash)