In iedere handeling, in elke  gedachte,

In al ons gevoel schuilt het onmetelijke,

het Al-omvatbare

Het is de kracht, de troost

De liefde, de grond waarin we allen zijn

het is ons zien, ons spreken en aanraken

Ons bewegen en bidden

Het licht in onze ogen

Wij zijn als klei in de handen

Van het scheppende

Dat ons vormde en vormt naar het eigen beeld

En in dat beeld, precies zoals het is

Ontbreekt niets –

In alles, ieder ogenblik klinkt het fluisteren

Vrees niet, twijfel niet

Ik heb je lief, tot in eeuwige dage

 

Tijd is kostbaar, elk moment dat verstrijkt is onherroepelijk.

Onderzoek geregeld je prioriteiten, formuleer deze eventueel opnieuw en onderhoud ze. Het is niet zo moeilijk als het lijkt. Mij hielp het enorm toen ik echt besefte: mijn leven is de mij vergunde en geschonken beperkte tijd op deze planeet, hoe wend ik die het beste aan, zodat ik straks terugkijkend kan zeggen: ik had het niet anders kunnen doen?

De kwaliteit van je bestaan zit besloten in de wijze waarop je het moment laat werken. Het juiste moment – dat wel, dat niet – houdt daarmee verband. Het gaat niet om goed of fout, het gaat om je kunnen herkennen in wat je doet, waar je bent. Samenvallen met de situatie en zo het bestaan opdragen aan de Voorzienigheid, aan wat ons beweegt, wat ons leven en adem schenkt. En daarmee aan alles en iedereen omdat niemand is uitgesloten van deze Voorzienigheid.

T.S. Eliot (1888-1965, nobelprijs voor de literatuur 1948) was in zijn jonge jaren een uitgesproken cultuurpessimist. Hij schreef na WO I over het ondraaglijke lijden van de moderne mens, de uitzichtloosheid van het bestaan en isolatie van ieder individu door het geestelijke en morele failliet en de verspilling van de goddelijke liefde (The Waste Land). Deze kijk op het leven deel ik niet – zingeving is er wel degelijk en vinden we ieder moment onder onze voeten, in de wijze hoe en met name vanuit welke intentie we – in relatie tot onszelf en onze omgeving – handelen en denken.
In 1927 trad Eliot toe tot de Anglicaanse Kerk. In datzelfde jaar schreef hij een gedicht over de Reis van de Drie koningen. Het werd een bijzondere metafoor op het alledaagse bestaan. De reis omvat onze levensweg maar refereert ook naar de zeer wisselende momenten van ons gemoed, de lasten en lusten en de kalmte en chaos door de dag heen. Ergens in ons knaagt de onrust en leeft het verlangen naar rust – even niets. Waar vind ik die momenten? Als je het gedicht weg-projecteert naar de buitenwereld toe, van je af, is het niet meer dan een aardig en beeldrijk verhaal. Maar zodra men het kan zien – en wellicht ervaren – als de verwoording van de eigen alledaagse levensweg gaat het leven. De kunst is de symboliek en beeldenrijkdom ervan op je te laten inwerken en z’n werk te laten doen, de betekenis ervan door bezinning te wekken, niet zozeer door eigen analyse. Het gaat er niet om vanuit het discursief denken de woorden mogelijke betekenissen toe te dichten maar meer om deze een voor een te laten bezinken, zich te laten ontplooien tot een persoonlijke ervaring.

De reis van de drie koningen
Foto: Tuxyso / Wikimedia Commons / CC-BY-SA-3.0