Zen gaat vaak over patriarchen en mannelijke beoefenaars. Echter, in de loop van de eeuwen zijn er ook veel vrouwelijke beoefenaars geweest: matriarchen en vrouwelijke zenleraren. Behalve in kloosters beoefenden vrouwen – vaak noodgedwongen – in het dagelijks leven, te midden van gezins- en familiebeslommeringen; ook zijn er vrouwelijk zenmeesters geweest die een eigen bedrijf hadden, ZZP-er waren. Hoe herkenbaar is dat wel niet voor ons, beoefenaars in de 21e eeuw met een praktijk in het dagelijks leven! We hoeven het wiel niet uit te vinden, maar hebben naast ‘grootvaders’ ook ‘grootmoeders’ die ons inspiratie kunnen bieden op onze weg.

Per bijeenkomst duiken we in het leven van een van de vrouwelijke voorouders. Daarnaast onderzoeken we wat haar geschiedenis en onderricht kan betekenen voor ons eigen dagelijks leven.

Wil je hier meer van weten, dan ben je van harte welkom. Je kunt je per keer opgeven, maar wel graag enige tijd van tevoren in verband met de organisatie.

————

Data bijeenkomsten:    zondag 22 september, 20 oktober, en 24 november 2024

Tijd:                               14.15 – 16.15 uur

Plaats:                           Leiden, adres volgt na opgave

Kosten:                         op basis van dana (donatie)

Aanmelding:                 opgave vooraf, via de mail zeninleiden@gmail.com

Begeleider: Ineke Konin Vogel Sensei, dharma-opvolger van Genko Roshi

Geloof en religie kunnen ons niet beschermen tegen de weerbarstigheid van het bestaan. Wat ze mijns inziens kunnen doen, is ons helpen in het versterken van het vermogen om beter te leren zien wat op enig moment in ons gaande is en wat ons in dat moment (mogelijk) te doen staat.
Als er pijn is is er pijn, als er vreugde is is er vreugde. We kunnen ons niet of maar moeilijk afschermen van onze eigen roerselen en gedachten. Maar we kunnen het leren herkennen, wanneer ze opkomen en ons in hun greep willen nemen. We kunnen gegijzeld worden door onze eigen emoties en gedachten. De mens is een wezen dat angst kent, vrees voor het onbekende, verdriet om verlies, om wat ooit was.
In mijn ervaring als mens, vader, ex-echtgenoot, collega, vriend en leraar kan ik dat alles alleen maar beamen. Ik weet niet waar voor het individu de grenzen van de mogelijkheden of onmogelijkheden liggen. Ik ben zeer gereserveerd in opvattingen die menen dat alles mogelijk is waar je je voor inzet, dat iedereen zijn of haar dromen kan waarmaken. Ik ben meer van: onderzoek, test, kijk wat kan en niet kan. Wanneer iets de ene keer niet kan wil dat niet zeggen dat de deur voor eeuwig gesloten blijft. Ieder mens gaat een uniek pad en kan dat pad alleen voor zichzelf bepalen en invullen, daarbij ondersteund door de omgeving.
Wat mij helpt is door de dag terug komen op de plaats waar ik ben, door even te pauzeren, door in een bezigheid me bewust te worden waar ik ben en welke beweging ik uitvoer, door bewust te zijn van wat de zintuigen op enig moment prikkelt – de frisse ochtendlucht, gezang van een merel, muziek, de geur van koffie, een stemgeluid etc.
Ik weet niet hoe ieder in het eigen leven staat, waar men met de eigen gedachten en emoties of gevoelens is en toch is er een connectie die dit alles overstijgt. Als we verdwalen in onze eigenheid kan dat wanhoop geven maar we zijn altijd waar we wezen moeten. Er is namelijk geen andere plek dan precies daar, hoe benauwd dat ook kan voelen. Het is daar waar we leven en nergens anders.

Jij vervult in dit leven zovele belangrijke en unieke rollen en taken. En je pakt ze allemaal met evenveel energie en enthousiasme op. Een eigenschap of vermogen dat je bezit is kenmerkend en bijzonder, er wordt in de wereld soms wat gekscherend over gedaan, maar ze verdient alle aandacht. Want ze is werkelijk.

In het oud-Grieks worden mensen die het bezitten angelós genoemd, in het Hebreeuws mal’ach. Engelen. In alle religies en levensbeschouwingen worden ze genoemd, onder verschillende benamingen en hoedanigheden – veelal als beschermers van de mens en als boodschappers van God (of de goden). In menselijke gedaanten doen ze hun bovenmenselijke werk. En dat is ook niet zo vreemd. Want de mens is een kosmisch wezen – we leven op een aardbol die door de eindeloze ruimte schiet. We worden geboren, leven en werken in het licht van die eindeloosheid. Sommige mensen lijken meer licht dan aards, zij lijken meer vanuit het kosmische licht te functioneren dan anderen.

Zij hebben innerlijk de gevoeligheid om het geluid van de wereld te horen en om te kunnen zien met de ogen van de ruimte. Zij ervaren het licht in hun leven als werkelijkheid en zien dat ook in anderen, ook wanneer diegenen het zelf niet kunnen zien of die werkelijkheid misschien ontkennen. Zij die het in de weerbarstigheid van alledag ervaren leven en werken er naar, wat hun leven en wat ze doen letterlijk in het licht va verbondenheid brengt, in een aura van liefde en mededogen. Dat zijn de mensen die engelen genoemd worden.

En onder hen zijn er dan nog de engelbewaarders, met een speciale rol in dit leven want zij beschermen individuen en/of groepen. In het boeddhisme worden ze bodhisattva’s genoemd – wezens van mededogen en toewijding. Ze doen vaak op onzichtbare en onbaatzuchtige wijze hun werk, vanuit toewijding, omdat ze niet anders kunnen, het is wat ze zijn. Zij helpen waar nodig, geven troost, steun en kracht. In hun hart is groot, ja oneindig, de hele wereld past erin, ze worden bewogen door wat ze zien en ervaren. Zij met name maken de wereld tot een leefbare plaats, een plek van vreugde en troost en van hoop en vergeving. Zij zijn onmisbaar. Ze zijn een groot en onvervangbaar geschenk – uniek en kostbaar.