Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen.
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.
De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
Het mysterie ontvouwt zich als dit concrete bestaan
Het is heel concreet want ons alledaagse doen en laten. En tegelijkertijd één groot Mysterie.
Daaraan is niets zweverigs, het is zo concreet als het maar zijn kan, het betreft namelijk de ervaring van je totale leven, hier en nu, op dit moment, zoals het zich ontvouwt en zoals je het ervaart.
De Middeleeuws mysticus Meister Eckhart biedt hiervoor een ingang:
‘Voor het werkzaam-zijn put men nergens anders uit dan uit dezelfde grond van het schouwen en maakt dat vruchtbaar in het werkzaam-zijn. Hoewel daarbij van beweging sprake is blijft het toch één zaak: het komt voort en keert terug in één punt en dat is God. Zo is werkzaam zijn niets anders dan het schouwen in God. Het ene rust in het andere, het ene volbrengt het andere.’
We leven teveel vanuit het geschapene, zegt Eckhart, in de vergankelijkheid van de buitenwereld en verwonderen ons dan dat het leven ons uit balans brengt en geen blijvende voldoening en innerlijke vrede brengt. We veronachtzamen en tegelijk missen we dat wat ons en alles schept, nl de kracht van de geest waarin alles één is en die alles omvat.
In feite zijn het geschapene (profane) en scheppingskracht (sacrale) zijn één. God toont zich, manifesteert zich in alle dingen. Daarom zeggen we: alles geschiedt met, in en door Gods Wil. We kunnen er onmogelijk aan ontsnappen maar we herkennen het niet. Dat gebeurt pas als we onze blik voor een ogenblik ook werkelijk Gods blik laten zijn, pas dan zien we onszelf in alle dingen.
God is een naam verwijst naar het mysterie, het Absolute dat Ruusbroec het Naamloze noemde. In andere culturen wordt ernaar verwezen in begrippen als Zelf, Atman, Boeddhanatuur, Allah.
Inkeren – jezelf verzamelen in ‘gelatenheid’
Aandacht aanwezig zijn, inkeren. Inkeer duidt op jezelf innerlijk ‘verzamelen’ door alles te ‘laten’ wat er opkomt en door puur aanwezig te zijn sensitief te worden voor het mysterie, de eenheid van de Heilige Geest en de daaraan verbonden alomvattende stilte. ‘Gelatenheid’ is niet hetzelfde als onverschilligheid of niets doen. Het is niet ‘iets’ doen. We laten de buitenwereld voor wat die is. Evenals alles wat op komt. Met andere woorden, we doen er ‘niet teveel mee’. We keren steeds weer terug naar ‘hier’, we keren in. Er is aanwezigheid, schouwen, hier zijn (waar we overigens al zijn en altijd al waren) en daarmee als vanzelf bij de handelingen en de dingen zijn, meer nog, in de handelingen en de dingen, waarachtig zijn. De aangeleerde neiging om direct te reageren op prikkels en neigingen ‘laten’ we. We gunnen de zintuigen een vakantie. Niet ik adem, ‘het’ ademt. Gedachten laten we komen en gaan. We staan open voor…ja, wat is het wat zich aan mij voordoet , wat door mij heen gaat, wat is dit zien, dit bewegen, horen, proeven, bewegen, voelen? Dat is de beoefening van gebed en meditatie en het kost tijd, want uiteindelijk is het een je laten veroveren door, een opgaan in het grotere geheel. De sluier valt weg, de mist trekt op, de appel valt van de boom.
Aldus versmelt ‘ik’ in de tijd met het antwoord op de vraag: Wat raakt en bezielt mij?
Terugkijkend op 2016
Grote dankbaarheid overheerst bij het in de herinnering roepen van de workshops, cursussen en retraites in het afgelopen jaar, van de vele samenkomsten, de talloze ontmoetingen en gesprekken, openhartig, emotioneel, soms met tranen, dikwijls met een lach.
De weg die we (samen) gaan, is een uitnodigende en veeleisende. Het is een pad dat ons dieper in het bestaansmysterie leidt en waarop we ontwaken tot het diepe besef dat we dit mysterie met ons eigen leven, dit bestaan zoals het zich hier en nu ieder ogenblik ontvouwt, manifesteren. DIT is het, zonder dat we nu precies weten wat het is. De Weg is dus niet ver, nee ze is onmiddellijk, ze beweegt zich hier, het is wat hier zit en deze woorden leest.
We leven het alomvattende mysterie met ons leven, in dit lichaam en onze vermogens voor en ervaren het daarin als heel concreet. Soms concreter dan we wensen. Het leven is onontkoombaar, het draait er niet om heen. Vluchten kan niet. Het confronteert en is daarbij glashelder, precies wat het is, zoals Maurice Knegtel Sensei placht te zeggen, wat we er ook van maken en ook al willen we het niet altijd onder ogen zien. We hebben geen andere keuze dan het te leven en de uitdaging aan te gaan dit op een oprechte, verantwoordelijke en liefdevolle wijze te doen. Eyes wide open, kijkend met de blik van de ruimte, de eenheid ervaren die we in alle verscheidenheid zijn, en daar naar handelen. Handelen, enkel omwille van het handelen, voortkomend uit en in overeenstemming met de situatie die zich voordoet en die we manifesteren.
Uiteraard lukt ons dat de ene keer beter dan de andere keer. We zijn mens, kwetsbaar, feilbaar, telkens weer. Onze ware ongeboren natuur drukt zich immers in ons uit als sterfelijk wezen, als de ervaring van leven en dood, als succes en falen. Wat we ook van dit leven denken en vinden, de ware natuur in ons zwijgt heeft er geen mening, geen oordeel over. Het drukt zich enkel uit, onophoudelijk, ieder moment en blijft daarmee met eindeloos geduld aan onze deur kloppen en fluisteren: Wees wakker! Zie!
Hoe troostend. We zoeken onze toevlucht tot de Boeddha, we bewegen ons in de kracht, de handpalm van de Boeddha, we zien met diens oog, horen met diens oren. Zo dichtbij is de Weg.