Zen gaat niet ‘ergens over’
Zen gaat niet ‘’ergens over’’. Het is onze alledaagse leven als zijnde weg van de Boeddha, de uitdrukking van onze natuur, en alles en iedereen daarbij inbegrepen als zijnde vrijheid, wijsheid en genade. Dat is de weg van de bodhisattva. Bodhisattva’s leven uitsluitend voor anderen. Wat in me boven kwam is de uitspraak van Albert Schweitzer: leven is leven dat temidden van leven wil leven. De laatste woorden van het Hart Soetra: gate gate parasamgate, hebben daar evenzeer betrekking op Gegaan, gegaan, naar de overzijde gegaan. De geest transformeert in zichzelf, ervaart zichzelf als ware natuur als Boeddha-mind, Dharma, Sangha. Boeddha zoekt Boeddha en realiseert uiteindelijk zichzelf, bevrijdt zichzelf van de ketens van de eigenwaan van het denkende ik. Het ego beseft dat het niet losstaat van Boeddha-mind maar er uitdrukking van is. Een functie. Het leven van alledag IS de Weg, in elke handeling, in vallen en opstaan, onbegrensd, peilloos, heden, verleden en toekomst zijn nergens anders dan hier. En wat we doen en denken is ingegeven door de situatie die niets en niemand uitsluit. We leven de situatie, zijn getuigen, hoeders van deze aarde en mede verantwoordelijk voor het welzijn van de ander.