Religies dienen in de kern één doel: mens worden

De Boeddha en Christus willen niet zozeer dat je Christen of Boeddhist wordt maar dat je mens wordt en Gods of Boeddha’s werk doet. Dat werk behelst niet soetras of de Bijbel lezen (hoewel dat er bij kan horen) maar allereerst dat je leeft vanuit je hart. Je hebt me vaker horen zeggen, het gaat er niet om dat je religieus wordt maar dat je Wim, Henriëtta wordt, jezelf zoals je bent want zoals je bent ben je goed. Je hart openen, naar jezelf en naar anderen. Je niet groot houden, je niet klein maken, maar jezelf tonen zoals je bent. Niet gekunsteld zijn. Met andere woorden, als je blij bent wees blij, als je verdrietig bent, wees verdrietig. We zijn mens, met alle sterkte en zwakte die daarbij horen.

Vorige week las ik enkele passage uit de Bijbel die verband houden met Goede Vrijdag en Pasen. In de nacht voor de gevangenname en kruisiging verbleef Christus in olijventuin, overmand door doodsangst bad hij tot de Vader hem te ontzien. Uiteindelijk besefte hij: Niet mijn wil maar Uw wil.

Het is misschien niet de goddelijke aard van Jezus die zo aanspreekt maar zijn menselijkheid, zijn diepe menselijkheid en zijn diepe liefde voor de mens voor wie Hij zijn leven gaf.

Ik zeg al jaren, er is geen reden de eigen religieuze traditie te verlaten. In de abdij heb ik door de jaren heen gezien dat Zen voor veel mensen een brug is naar een herontdekking van het eigen christelijke geloof. Dus laat je inspireren door de onmetelijke rijkdom van de westerse christelijke traditie!