Ons denken splitst en scheidt de dingen, maar alles hangt met elkaar samen
Het is een fikse denkoefening, maar met je denken kom je er niet. Namelijk bij de kern van de vraag: hangt alles echt met elkaar samen. En zo ja, hoe kan alles met elkaar samenhangen? Uhh, er is toch zoiets als een gister, een vandaag en morgen? Of is dat één? Ik ben er en de omgeving is er, of niet dan? Dat zijn toch twee gescheiden zaken?! En de gebeurtenissen die mij overkomen, die hangen toch niet samen met wat er bij de buren of aan de andere kant van de wereld gebeurt?
Hmm, jawel, ze hangen met elkaar samen. Ergo, ze brengen elkaar voort, die gebeurtenissen hier en ver weg. Gisteren, vandaag en morgen is één! Alles is NU! En dat was het altijd al.
Wat ons weerhoudt van die ultieme ervaring van samenhang, van wederzijdse afhankelijkheid, van onlosmakelijke verbondenheid is ons discursieve denken. Denken is een prachtig vermogen zoals het geheugen en de wil ook vermogens zijn. Waar die vermogens uit voortkomt is ons bewustzijn. Ook de zintuigelijke vermogens komen daaruit voort.
Ons bewustzijn is niet het einde of begin, het is een functie van iets anders. Namelijk van een essentie die we Groot Zelf of, in de religie, God of Boeddhanatuur noemen.