De onvermijdelijkheid van het bestaan

Wat me van jongs af aan heeft bezig gehouden en me later ook op het zenpad bracht was het vraagstuk van het leven zelf. Wat is dit, dit merkwaardige bestaan? Hoe zijn we hier gekomen? Wat is onze bestemming? Spiritualiteit is in duizenden jaren door het mensenras ontwikkeld – vanaf het moment dat er iets van bewustzijn van de omgeving tot de eerste mensen doordrong ontstonden er rituelen die dienden ter aanbidding van de natuur – de wisseling van dag en nacht, de wisseling der seizoenen, zon en maan, regen, onweer, water, de dieren- en plantenwereld enz.

Het is de last van het bewustzijn. Het is het bewustzijn dat een duale wereld heeft gecreëerd. Wellicht is dat de zondeval zoals die in het Bijbelse Genesis wordt beschreven, de val uit het paradijs. En het is langs de weg van spiritualiteit dat we opnieuw tot intimiteit met ons bestaan en de aanwezigheid van het ‘verborgen’ paradijs kunnen komen. Dat paradijs of hemel (Boeddhanatuur) is voor het duale bewustzijn verborgen en tegelijkertijd is dat bewustzijn ook de ingang. Want ons bewustzijn en alles wat we er in meemaken, zien, voelen en ervaren IS de expressie van onze wezensnatuur. Als we een moment dat drukke bewustzijn kunnen laten rusten – onszelf aan de peilloze diepte ervan kunnen overgeven, ervaren we de oneindige, klare oceaan. En daarmee de onmiddellijkheid en de onvermijdelijkheid der dingen.

De ‘onvermijdelijkheid’ der dingen, van het bestaan is waar ik naar toe wil. Het is een uiterst fascinerend begrip. En het is niet wat je wellicht denkt dat het is. Het is niet een equivalent van lotsbestemming, iets van ‘wat er gebeurt, is onvermijdelijk’ of ‘het heeft zo moeten zijn’, als uitkomst van een bepaalde situatie, de uitkomst van een gedrag, of het resultaat van een teaminspanning. Dat is een verklaring, toelichting of constatering en altijd achteraf en daar gaat het hier niet om. De onvermijdelijkheid waarop ik hier doel refereert niet aan enige gang van ontwikkelingen of processen, het verwijst direct naar de onmiddellijkheid van hier en nu, waarin processen en omstandigheden niet aan de orde zijn, noch gedrag van individuen, noch verklaringen, analyses enz. Je zou kunnen zeggen dat in wat ik aanduid met ‘onvermijdelijkheid’ alle functies van het bewustzijn, alle lagen, alle niveaus, alle cirkels van verklaringen en redeneringen, van emoties en gevoelens, al wat zichtbaar is en alles wat er gebeurt, alle situaties en alle omstandigheden is teruggebracht tot een 0-punt – in zentermen, teruggebracht tot Zoheid. Zoheid kan worden ervaren en de ervaring ervan is de ongrijpbare onmiddellijkheid van het bestaan. En het is in die onmiddellijkheid waarin onvermijdelijkheid schuilt.

Onmiddellijkheid is de ervaring, onvermijdelijkheid is wat die onmiddellijke ervaring toont, het is het gebeuren zelf in alle puurheid. We leven het leven en het is in die zin onvermijdelijk. Je kan er niet uit, je kan er niet omheen, je kan het niet ontvluchten, het is onvermijdelijk. Je kan het als een gevangenis zien maar dat is het niet. Het is volstrekt open en oneindig en het toont zich in alle verschijnselen als een onvermijdelijk gegeven. De onvermijdelijkheid verwijst naar het allesomvattende, het is niet één aspect, één voorval of één ding. Het is totaal. Dat waarnaar onvermijdelijkheid verwijst is wat ons beweegt maar wat we er vervolgens van maken staat al weer los van die onvermijdelijkheid. Onvermijdelijkheid omvat alles en het drukt zich op een wijze uit die we niet kunnen pakken, veranderen, karakteriseren of begrijpen.

Wat kun je met dit gegeven? Wel, het is te ervaren, in alles wat gaande is zonder dat we zeggen dat situaties onvermijdelijk waren. Breng het naar jezelf toe, neem er in plaats, laat het werken, en ervaar het. Het toont je dat we dit leven te leven hebben, dat ieder moment telt, dat iedereen en alles ertoe doet, dat de enige manier om dit leven te leven is om er voor te staan, verantwoordelijkheid te nemen voor je denken en doen, dat dit leven weliswaar ons individuele pad omvat maar tegelijkertijd een pad is dat we gaan met alles en iedereen. De onvermijdelijkheid der dingen is heel erg dichtbij, het zit in je huid genesteld, je botten, je genen, je cellen en alles en iedereen werkt erin door. Dat is waarop we doelen wanneer we spreken over ‘intiem zijn met je bestaan’.