Onze eigengereidheid belemmert ons te zien waar we werkelijk zijn

We zoeken te ver. We kijken te ver. Maar soms is dat op je zenweg nodig om uiteindelijk daar aan te komen waar we naar zoeken. Iedere stap op die weg herbergt de plek waar je naar zoekt maar je ziet het niet, je ervaart het niet. Het is nooit ver weg geweest maar je kan het niet zien zolang je zelf aan iets anders denkt, op iets anders hoopt, niet bij machte bent te zien en te ervaren waar je bent. Dat het niets anders is dan de plek waar je nu bent en altijd bent geweest. Hier en nu. Hier en nu verlaat je nimmer, daarom heet het hier en nu. Het punt is dat hier en nu ook ‘verleden’ en ook ‘ toekomst’ omvat. En daar liggen de valkuilen waar we maar al te graag en te vaak intrappen. Want hier en nu is niet interessant, te lastig, minder rooskleurig als we dachten dat het zou zijn, minder hoopvol, minder bevredigend. We zijn zen gaan doen omdat er iets anders in het leven moet zijn. Meer harmonieus, minder conflict, minder pijn, meer liefde, vriendschap, minder leugens enzovoort. We bouwen een heel Utopia dat ogenschijnlijk los komt te staan van waar we zijn, want waar we zijn is nu juist waar we eigenlijk niet willen zijn. Daarom zijn we zen gaan doen.

We voelen dat we iets kwijt zijn, het leven knaagt, wringt en daarom gaan we op zoek. Het is onze hardnekkigheid die ons ertoe brengt te blijven geloven dat ‘het’ overal maar niet hier kan zijn, die ervoor zorgt dat we jarenlang onderweg zijn. Soms reizen we de hele wereld af op zoek naar het einddoel, de harmonie, de Heilige Graal, de betekenis van alles. Tien, twintig, dertig jaar duurt het soms vooraleer we tussen alle Utopia-gedachten een glimp opvangen van de plek waar we naar zoeken. En wat blijkt? Het is niet aan de andere kant van de wereld, hoewel, toen je aan die kant van de wereld waren was het daar ook. Het blijkt namelijk overal te zijn waar je bent, waar je gaat. Want overal waar je bent is hier en nu. Het loopt en reist als het ware met ie mee. Je bent ermee vervlochten. Je kan namelijk niet buiten hier en nu. Dat hier en nu is de manifestatie van jouw bewustzijn, jouw  bewustzijn als functie van iets wat oneindig is en wat we Boeddhanatuur noemen. We zijn Boeddhanatuur. Die grenzeloze natuur drukt zich in alles en iedereen uit, hier en nu. En jij ervaart in jouw, in jouw lichaam. Jouw zoekende geest is het functioneren van die natuur, die Essentie, dat Licht. Waarom zag je het niet? Omdat je eerst het zoeken, jouw ego-gedrevenheid moet opgeven om het te kunnen ervaren. Er is een moment van opgave, van overgave voor nodig. Daarom is het zo moeilijk. ‘Ik’ kan het niet bewerkstelligen. De vrucht valt van de boom als die rijp is. de vrucht kan niet zichzelf laten vallen. Het is een proces dat tijd vraagt. Pas als de omstandigheden in harmonie zijn, valt de vrucht. Pas wanneer jij het eind van je eigengereidheid heb bereikt, kan je als een vrucht vallen, in de peilloosheid van dit moment. Niet eerder.