Zen is niet zozeer iets leren als wel je ‘iets’ her-inneren

Zenbegeleiders leren hun cursisten in feite niet zoveel. Misschien het zitten op een kussentje of bankje en het telkens weer wijzen op het feit dat hetgeen men zoekt al voorhanden is, volledig, niets ontbreekt. Dat is het zo’n beetje. Maar het is de cursist die het werk doet. En het enige dat de cursist in feite te doen valt, is gaandeweg zichzelf overwinnen, zichzelf vergeten en voor een ogenblik werkelijk ‘zien’, niet met de persoonlijke duale blik, maar met de natuurlijke, oorspronkelijke blik, zien met de ogen van de ruimte. Dat is een belangrijke stap. En vervolgens gaat het erom die ervaring vruchtbaar te laten zijn in het alledaagse leven. Je op de plek waar je bent telkens weer herinneren, o ja, hier gaat het om, dit is het, het is niet weg, het is nooit weggeweest, het klopt aan mijn deur, onophoudelijk.
    Waar het om gaat, is al gaande in alles wat gebeurt, in alles wat we doen en in alles wat we denken. Het is allemaal ‘meer nabij dan ik mezelf’ zoals een mysticus zei. We zijn er als mens zelf de expressie van. Het Licht dat we zoeken, het drukte zich altijd al uit in…ons. Het is niet voor niets een weg van her-innering. De herinnering is de bevrijding, de verlossing, de wederopstanding.
    Dit is de eindeloze weg van zoeken en van meditatie, de weg van realisatie en van actualisatie. Doorheen al onze beslommeringen, weerstand, twijfel, verlangen, emoties en verwarrende gedachten. De weg, die simpelweg ons alomvattend bestaan, sluit niets uit of buiten. We kunnen struikelen en vallen, we staan op en gaan verder. We doen het het niet alleen, we zijn geen eiland, alles en iedereen draagt en begeleidt ons. Wat dit alles van ons vraagt? Vertrouwen. Groot vertrouwen. Het gaat niet om zen, niet om boeddhisme, niet om leraren. Het gaat om het antwoord op de vraag: wat doe ik nu? Wat staat mij te doen op dit moment? En het volgende? Hoe leef ik dit mysterie, dit bestaan in samenhang met alle anderen?