Het eeuwige drukt zich uit in het sterfelijke, het vergankelijke
Het zitten in stilte maar ook onze acties in het alledaagse leven vragen om oprechtheid, openheid, ontvankelijk zijn, recht doen aan onze onverbrekelijke verbondenheid met alles. Meditatie – het leren ‘laten’ van wat er opkomt – is een vorm van zelfonderzoek, van (zelf)confrontatie, per definitie. We houden onszelf letterlijk tegen het Licht. En we komen van alles tegen, emoties, gevoelens, gedachten. Ook wat we liever niet willen zien, ook angst en de dingen waar we bang voor zijn. Dat is wat afdalen in jezelf doet – je komt steeds weer nieuwe lagen van energie tegen waarin zich ervaringen, meningen, gevoelens en emoties hebben vastgezet. Het is zaak het te onderzoeken, niet zozeer om ervan af te komen. We zetten onszelf heel gauw gevangen, met onze ideeën over onszelf en anderen. Het gaat er daarbij niet om van ideeën af te komen maar om ze te ‘laten’, er niet iets mee te doen, als wolken die voorbij drijven. Ik denk dat daar het aspect van menswording werkzaam is. In het Licht zijn we in staat onszelf te aanvaarden, dat we in de kern goed zijn zoals we zijn, dat helpt ons over bepaalde zaken heen te komen, ervaringen te integreren en ook te werken aan onszelf. Het is gaan zien dat onze natuur goddelijk van aard is (maar dat dit geen verdienste geeft of iets is waar we ons op kunnen beroepen) en tegelijkertijd dat we diep menselijk zijn, met al onze zwaktes en sterkten. Spiritualiteit is wat mij betreft het leren onderkennen, herkennen en doorgronden van patronen en onze conditionering. Die patronen en conditionering maken ons ook wie we zijn als mens, als persoon. En we komen ze overal in het dagelijks leven tegen.
Hier ligt dus de paradox: enerzijds gaat het eeuwige Licht door ons heen en dragen we dat Licht met ons mee en anderzijds leiden we een sterfelijk leven. Het spirituele pad is nu om gaandeweg beiden als niet losstaand van elkaar maar als één te ervaren, anders gezegd, te zien dat het Licht de basis en bron van ons bestaan IS en altijd al was en zal zijn. Daarom zeggen we ook: nirvana = samsara. Het eeuwige drukt zich uit in het sterfelijke, het vergankelijke. Onder de beweging van een kopje thee optillen, schuilt het hele universum. Als we spreken, spreekt het Licht, het goddelijke door ons heen. We zijn geschapen naar Gods beeld. Voor mij is het kruisbeeld een prachtig beeld van die paradox. De horizontale balk is onze reis, ons leven in de tijd. De verticale balk is de eeuwigheid, altijd geworteld in en werkzaam vanuit NU. Waar de balken elkaar kruisen, daar zijn wij, daar vindt alles plaats, leven en dood. Heel vaak verwijlen en dwalen we op de horizontale balk. Waar we de eenheid ervaren, is het kruispunt, precies daar waar je nu bent (was en altijd zult zijn). En de ervaring daarvan kan inderdaad een moment van sterven, van wedergeboorte zijn.
Foto: Lisanne